Voorbeelden van het gebruik van Kris in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat?-Kris… Wat is er?
Vind je het goed als ik iets ga drinken met Kris?
Gaat dit over Kris?
Waar is Kris?
Geen zorgen, Kris.
Nog iets van Kris?
Kris Star Lodge in Blantyre ligt op 2,1 km van de markt van Blantyre
COREY GAMBLE- KRIS' VRIEND Waarschijnlijk iets.
KRIS JENNER- Hé, schat.
Is dat mam? Weet je nog, dit is… KRIS.
bijvoorbeeld het geautomatiseerde kennissysteem van Nederland, KRIS, dat als model is genomen.
Kris wel.
Kris wel.
Gefeliciteerd, Kris.
U rijdt Kris.
Ik heet Kris.
Kris, lopen.
Kris, met mij.
Lopen, Kris.
Kris. Help me!