Voorbeelden van het gebruik van Lark in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jij kunt John Lark niet zijn.
Hiermee communiceerde Lark met je.
Lark. Zo heet onze boot.
Lark. Zo heet onze boot.
Frenchie. Lark.
Armband, dan vind je Lark.
We zijn aan boord de Lark.
Hij heeft een punt, Lark.
Lark.- Hij is paranoïde.
Lark.- Hij is paranoïde.
De Weduwe ontmoet Lark over een halfuur.
Hoe wil je Lark laten meewerken?
Hij heeft een punt, Lark.
Jij zit vol verrassingen, Lark.
Hoe laat je Lark meewerken?
Wij allebei.- Ongelofelijk, Lark.
Acht uur, de hoek van Lark Lane?
Lark zal jullie vertellen over de Hatfields.
Acht uur, de hoek van Lark Lane?
Mr Lark.