Voorbeelden van het gebruik van Libbi in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Libbi… ik wil je wat laten zien. Echt.
Vaarwel, Libbi. Was er iemand aan de deur?
Kijk, Libbi, mijn neefje is groter dan ik.
Libbi… ik hoop
Libbi. Ik wil niet
Libbi heeft alles uit de koelkast gepakt en in een pan gedaan.
De eminente bruidegom Akiva Shtisel… en m'n vermaarde dochter, juffrouw Libbi Shtisel.
Libbi, de spelregel is dat je de hele
Zeg tegen je vader dat mijn vader hem wilde zeggen dat… hij naar het bejaardentehuis moet gaan. Libbi?
Libbi zei dat hij aardig was en hij is een serieuze jongeman…
Libbi zal zich binnenkort verloven, als God het wil… en als ik een Tora-geleerde voor haar wil… dan zal ik ze een appartement moeten geven.
Kive… als je Libbi echt… als je vrouw wilt tot je 120 bent… voor eeuwig
Weet Libbi dat ik kom? Wacht.
Libbi wil zich met jou verloven.
Hallo, Libbi, hoe gaat het?
Libbi vond het ook beter.
Ik heb Libbi beloofd het niet te doen.
Ja. Libbi, ik wil niet… tegen je liegen. Vandaag?
Libbi, luister alsjeblieft naar me.
Nee, Libbi, helemaal niet.