Voorbeelden van het gebruik van Lipstick in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jij draagt lipstick.
Dat is haar lipstick, dommie.
Je verpest mijn lipstick.
En servetten met Georgina's lipstick.
Ik moet lipstick kopen.
Donkerdere lipstick?- Ik heb niets op.
Voor de meeste meiden is een beetje lipstick de enige manier om te vergeten wat hier gebeurt.
Hallucinogene lipstick. Deed wonderen met President Kennedy.
En een klein beetje roze lipstick… om de donkere kringen niet te zien.
Foute medewerkers, slechte dokters, lipstick op z'n boord?
Het bijzondere is dat deze lipstick maar in één kleur verkrijgbaar is.
Draag ik lipstick? Ik proef lipstick? .
Die lipstick was een ingeving
En haal die lipstick van je gezicht!
Die DE lipstick OP DE sigaret VERKOPEN.
Red Lipstick werd het eerste liedje van de luxe-editie.
Dus meisjes die lipstick kopen, willen dit niet?
Is dat lipstick op je wang en nek?- Luchtverfrisser.
Een lipstick vinden die past bij een lip liner is geen creativiteit.
Luchtverfrisser. Zit er lipstick op je wang en nek?