Voorbeelden van het gebruik van Lis in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Lis, je moet dat water vrijlaten.
Goed gedaan, Lis.
Ik heb je nodig, Lis.
Agent op zoek naar John. Hé, Lis.
Is jouw huwelijk nog steeds dood en niet onvoldaan? Hoi, Lis.
Ik hou ook van jou, Lis.
Heel goed, Lis.
Kwetsbare dingen- Dieren. in het redden van de meest maatschappelijke… Lis, je goot Uw hart.
Zet de tv aan, Lis.
Goed zo, Lis.
Doe me verdomme een plezier, Lis.
Dit keer versla je me niet, Lis.
M'n tante en oom Lis en Jens.
bedankt, Lis.
Ik zie dat je in de verleiding zit, Lis.
Dat is een mes, Lis.
Ik heb nooit tegen je gelogen, Lis.
Goeiemorgen… Lis.
Je wordt een geweldige moeder, Lis.
Kijk Janey, cakejes. Bedankt, Lis.