Voorbeelden van het gebruik van Maillot in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik zie er geweldig uit in een maillot.
Niemand poetst z'n laarzen of strijkt z'n maillot.
Hou je kop. Een maillot.
Ze wilde weten waar je je maillot had gekocht.
Ik zie alleen mijn vader in een maillot.
Dan moet je wel een maillot aan.
Ze is nog schattiger met een maillot aan dan ik.
Nee, dat m'n andere ik rondvIiegt in een maillot.
Grote kerels in maillot, weet je wel.
Dat zijn grote films, over grote kerels in maillot.
en die draagt een maillot.
Grijze maillot en laarzen. Bruine laarzen met.
Als ik een vent met een maillot zie, orb ik wel weg.
Oké, de man in de maillot. Kijk.
Waarom mocht ik dit maillot niet dragen?
Kun jij dansen zonder maillot?
We roepen je vriend in maillot.
Ik draag ook een maillot.
Kan jij dansen zonder maillot?
Heeft iemand m'n zwarte maillot gezien?