Voorbeelden van het gebruik van Marly in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Wat te doen in de buurt van MARLY.
Marly was een kind.
Je hebt Marly vermoord.
Naar Marly, dus.
Marly wil op kamers.
Ik wilde alleen Marly helpen.
Ik wil naar Marly toe.
Ik heb Gnarly Marly, Kush.
Mag ik u meenemen naar Marly?
Ik wist niet dat Marly zwanger was.
Wie is de vader?- Marly?
Ik zag Marly gisteren toen ze wegvluchtte.
Berthier' klinkt beter dan'Radiator Marly'.
Aan de andere kant is het Marly Hotel.
Marly Salomon, wil je even je grote mond houden!
Ik gaf om Marly, ik wilde helpen.- Nee.
Marly liet het ei zien,
Ja, Marly. Die gaan we nog een keer doen.
Ava's vriendin, Marly, gisteren is weggelopen.
Er was duidelijk iets tussen hem en Marly op die banden.