Voorbeelden van het gebruik van Millie in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Van tante Millie.
Mijn kleine Millie.
Mijn hemel, tante Millie loopt.
Onze code zit in Free City… en Millie.
Haar moeder sterft als Millie nog een kind is.
Kunnen we Millie zien?- Nee.
Mam. Heb je Millie gesproken?- Wat?
Ik moet Millie nog spreken.
En Millie, kom jij er ook even bij?
Millie, jou zocht ik.
Millie, kom jij er ook even bij?
Vanavond, tijdens een etentje met Millie?
het geld voor de kabel-tv en de stereo voor Millie.
Een vriendschapscollage… voor mij en Millie.
Ja. Ik moet naar Millie.
De rechter, Millie.
Ik ga op Millie stemmen.
Toen moest ik Millie aanpakken.
Ik heb iets. Toen ik verbleef bij Millie, stopte ze altijd belangrijke dingen in.
Schrijf maar Millie.