MOHAMAD - vertaling in Duits

• Mohamad

Voorbeelden van het gebruik van Mohamad in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

We moeten Mohamad vinden.
Wir müssen Mohamad holen.

Alsjeblieft. Nee.-Mohamad.
Mohamad, bitte.- Nein.

Mohamad? Wat zei je?
Meinst du nicht? Mohamad?

Ze hebben Mohamad verbannen?
Sie haben Mohamad verbannt?

Mijn Mohamad. Ik ben Felix.
Mein Mohamad. Ich bin Felix.

Mohamad. Mijn kleine Mohamad, je moet hier blijven.
Mein Mohamad, du musst bleiben. Mohamad..

Dood de muis niet, Mohamad.
Töte nicht die Maus, Mohamad.

Hoe zit het met Mohamad?
Was ist mit Mohamad?

Hoe is het met Mohamad?
Wie geht's Mohamad?

Hoe gaat het met Mohamad?
Wie geht's Mohamad?

Ik ben thuis! Mohamad!
Ich bin zuhause. Mohamad.

Het kan iedereen zijn. Mohamad?
Es könnte jeder sein. Mohamad?

Maak je geen zorgen, Mohamad!
Keine Sorge, Mohamad.

En hoe dan met Mohamad?
Was ist mit Mohamad?

Mohamad? Wat gebeurt hier?
Mohamad? Was ist hier los?

Is alles in orde? Mohamad?
Alles in Ordnung? Mohamad?

Je zult het wel leren. Mohamad.
Mohamad. Du wirst es lernen.

Wie is Mohamad? Wacht. Wacht.
Wer ist Mohamad? Warte. Warte.

Hij pakte Mohamad en rende weg.
Er nahm Mohamad und rannte davon.

Wacht in het huis, Mohamad.
Geh ins Haus, Mohamad.