Voorbeelden van het gebruik van Nicolas in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Mijn vader is Nicolas Dufaure.
Als een roman van Nicolas Sparks.
Voor 1997 bestond Nicolas Treviño niet.
Nee, het is waar, Nicolas.
Jennifer en ik zagen hoe Nicolas vermoord werd.
Het zal fijn zijn je weer te zien, Nicolas.
hij zo heette. Nicolas Montei.
Iedereen behalve Nicolas.
Je bent in de war over wie we zijn, Nicolas.
M'n kamergenoot denkt dat hij Nicolas Cage is.
Liefst een die ook de nuances van Nicolas Cage waardeert.
Genoeg gepraat, Nicolas.
Mijn vader is Nicolas Dufaure.
Ik wens juist mijn zoon Nicolas een goedenacht.
Waar ben je, Nicolas?
Maar ze bevestigt wel de getuigenis van Nicolas Sater. Nee.
Misschien moet je je ogen maar dichtdoen, Nicolas.
Ik maak me mooi voor Nicolas.
Hallo.- Nicolas heeft gebeld.
Goede morgen, Nicolas.