Voorbeelden van het gebruik van Oplader in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Of het feit dat we overgeleverd zijn aan de genade van een oplader?
Het is dus gemakkelijk om QI HOCO draadloos in de auto en oplader te gebruiken.
Hij vroeg me z'n oplader te pakken.
Geef hem een oplader.
Kleren, tandenborstel, oplader en mobiel.
Pa. Heb je m'n oplader gezien?
Kun je m'n oplader pakken?
Nee, ik heb mijn oplader en speakers bij me.
Ik vergat hier m'n oplader.
Je hebt mijn oplader niet?
Jij vergat toch je oplader.
Hier is mijn oplader.
Heb je een oplader?
Ik had m'n oplader moeten meenemen.
Ik wil je oplader even lenen.
Goed, oplader.
Heb jij een oplader?
Ik pak m'n oplader.
En je neemt altijd een oplader mee.
Pardon, heeft u een oplader?