Voorbeelden van het gebruik van Pam in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jullie moesten dit weten.-Pam Gallaher.
Pam Gallaher. -Ich dachte, das sollten Sie wissen.Pam, dit zijn Eric en Donna.
Pam, das sind Eric und Donna.We vertrekken.-Pam.
Wir gehen. -Pam!Geef je toe dat je dit voor Pam verzwegen hebt?
Gibst du zu, das vor Pam geheim gehalten zu haben?Pam?- Ja we hebben nog steeds wat.
Pam? -Ja, wir sind noch zusammen.En Pam.- En jij bent Pam iets verschuldigd.
Und du bist Pam was schuldig.- Und Pam.Pam?- Ja we hebben nog steeds wat?
Ja, wir sind noch zusammen. -Pam?Dat is iets voor mannen, Pam.
Das ist ein Männerwitz. Ach, Pam.Zelfs Pam niet.
Nicht einmal Pam.Weet je nog op de draaimolen toen Pam mij riep?
Erinnerst du dich ans Karussell, als Pam mich rief?Alsjeblieft, Pam.- Ja, verdomme!
Ja, verdammt noch mal. Bitte, Pam!Pam.- We hadden de yam Pam genoemd.
Pam.- Wir nannten sie Pam.Pam.- Was het ernstig?
Pam.- War es ernst?Pam?- Mijn oma.
Meine Großmutter. Pam.Pam?- Bill heeft je dankzij mij gevonden.
Pam?- Bill hat dich wegen mir gefunden.Pam?-Dit is een privéverdieping?
Das ist'ne private Etage. Pam Bridgeland?Pam. Wat heb je geleerd?
Pam. Was haben Sie in Erfahrung bringen können?Of die kwestie dat Pam'zwanger' was.
Bei Pam ist kein kleiner Focker unterwegs.Min hetgene wat Pam opeet. Waarschijnlijk 2 kilo.
Minus Ik en Pam zijn uit elkaar.
Ich habe mich von Pam getrennt.
