Voorbeelden van het gebruik van Priya in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik bedoel Priya.
Mijn zusje Priya.
Priya, heet ze.
Goed gedaan, Priya.
Priya? Goedemorgen, Sheldon.
Priya helpt mij wel.
Priya gaat terug naar India.
Ik word Priya de Zevende.
Priya en ik zijn verliefd.
Mijn naam is Priya!
Priya heeft me gebeld!
Priya gaat terug naar India.
Priya wil dit niet.
Het was leuk met Priya.
Laat Priya het doen.
Niet dat Priya blij was.
Priya en ik zijn volwassen.
Goedemorgen, Sheldon. Priya?
Ik moest Priya Patel verslaan!