Voorbeelden van het gebruik van Rahul in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Echt waar, Rahul?
Welterusten Rahul. Welterusten Anjali!
Omdat je bang bent… Rahul.
Er gebeurt IETS, Rahul.
Rahul is je eerste liefde.
Rahul. Een pakje sigaretten.
Rahul, ik ga echt!
Jij bent Rahul, toch?
Rahul, start de generator.
Wat heb ik gemist? Rahul.
Bij Rahul, weet je nog?
Rahul Khanna is bang voor niemand!
Wat is er gebeurd?- Rahul.
Rahul, je verloor iedere keer.
Ga zitten. Rahul! Meena?
Rahul Khanna is voor niemand bang!
Rahul, jij hier?
Rahul gaat iedere dinsdag op familiebezoek.
Ik geloof je niet, Rahul.
Mijn moeder heeft me nodig, Rahul.