Voorbeelden van het gebruik van Schoonmaker in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
de kerel van… het winkelcentrum was, de schoonmaker.
Er is een opening voor een schoonmaker, toch?
Je lijkt op een schoonmaker.
Hygiëne-indicatoren en fluorescentiemiddelen: de schoonmaker hoe beter.
Ze komen uit een schoonmaakmiddel van de schoonmaker.
Je wordt mijn schoonmaker.
Meester schoonmaker?
De grootste schoonmaker en TV-ster ter wereld. Stanley.
Probleemoplosser, Schoonmaker uitschakelaar, wegruimer.
Dat ie beter af is als schoonmaker of in de bak?
Hij is technicus of schoonmaker.
Dat is wat de schoonmaker gedood heeft.
Ze noemen mij een schoonmaker.
Ik wordt geen schoonmaker.
Kel, het was maar de schoonmaker.
De schoonmaker is Nicholas Bastin.
De bewaker, de schoonmaker, Lecktor.
Ik bedoel dat we een schoonmaker sturen.
Heb je geen schoonmaker?
Niemand wil een schoonmaker zijn.