Voorbeelden van het gebruik van Svend in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat is Svend.
Ist Ik wil Svend spreken.
Ich gehe zu Svend.Zeg, Svend.
Koffie, Svend?
Svend, auch'n Kaffee?Jij, Svend?
Du, Svend…?Hou op, Svend.
Hör auf, Svend!Svend is gek geworden.
Svend dreht durch.Svend AUKEN Minister van Milieubeheer.
Svend AUKEN Minister flir Umweltfragen.De heer Svend AUKEN.
Herr Svend AUKENMinister für Umwelt und Energie.Svend AUKEN Minister van Milieubeheer.
Svend AUKEN Minister für Umweltfragen.Gro, met Svend.
Gro, hier ist Svend.Hou toch op, Svend.
Halt doch den Rand, Svend!Hoe ken jij Svend?
Woher kennen Sie Svend?Geef dat tijdschrift even, Svend.
Zeigst du mir mal deine Zeitschrift, Svend?Dank je. Fijne kerst, Svend.
Frohe Weihnachten, Svend.: Danke.Ga nou naar binnen, Svend.
Jetzt geh schon rein, Svend.Is het jouw beurt, Svend?
Svend, du bist dran?Hallo, Svend. EXAMEN STILTE.
PRÜFUNG- BITTE RUHE! Hallo, Svend.Svend, we moeten even… Bedankt.
Svend! Wir sollten kurz in… Danke.Svend zweet, maar Eigil is lief.
Svend schwitzt, aber Eigil ist lieb.
