Voorbeelden van het gebruik van Sylvain in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Sylvain komt naar Parijs.
De heer Sylvain HABER Inspecteur-Generaal.
Ik ben getrouwd met Sylvain!
Sylvain Lhermitte voor de rapporteur.
Sylvain, ben je daar?
Weet je dat zeker? Sylvain?
Je heet nu Sylvain Bernard.
Mijn man, Richard. Sylvain.
Gaan we spelen, Mr Sylvain?
Waar ken je Sylvain van?
Hou op alsjeblieft, Sylvain.
Heb je Sylvain gezien vandaag?
We gaan zitten. Sylvain.
Degene die we van Sylvain hebben?
Pauline en Sylvain gingen samen weg.
Sylvains bende. Wie is Sylvain?
Henri? Jij zag haar met Sylvain.
Stéphanie, dek ook voor Sylvain.
Pauline en Sylvain zijn samen vertrokken.
De heer Sylvain HABER Raad Mevrouw HABER.