Voorbeelden van het gebruik van Tarek in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Is Tarek hier?
Tarek ging naar school.
Is Tarek thuis?
En jij bent Tarek.
Kom op, Tarek.
Hou op, Tarek.
Een genoegen, Mr Tarek.
Tarek zei ongeveer 300.
Geen woord, Tarek.
Ik kom voor Tarek Khalil.
Tarek, zeg het.
Hij werd Abou Tarek.
Tarek, hou op!
Tarek, hou op.
Nog bedankt, Tarek.
Tarek, hij is dood.
Gaat het? Tarek?
Toch, Tarek?
Hoort iemand me? Tarek?
Tarek, de man is dood.