Voorbeelden van het gebruik van Tokio in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Nee. Ik ben opgeleid in Tokio.
Ich bin in Tokio ausgebildet worden. Nein.Heb ik het niet gezegd?- Tokio.
Habe ich das nie erwähnt? -Tokio….Hij is nog steeds hier. Tokio Politie Club.
Nein, nicht das. Tokyo Police Club ist noch hier.Martin is naar een conferentie in Tokio.
Martin ist auf einer Konferenz in Tokio.Wat? Onder ons zit 14 ton staal. Tokio.
Tokio! -Was? Unter uns sind 14 Tonnen Stahl.Als het daar niet neerkomt ga je niet naar Tokio.
Wer das nicht schafft, fliegt nicht nach Tokyo.Hij is gewond en heeft Tokio.
Er ist verletzt und hat Tokio.Ze is verhuisd vanuit Tokio.
Sie wechselt trotzdem, und außerdem von Tokyo.En dat Tokio zijn.
Und dass Tokio sein.Ze gaat niet zomaar naar Tokio.
Sie ändert sich nicht plötzlich und fährt nach Tokyo.Nee. Ik ben opgeleid in Tokio.
Nein. Ich bin in Tokio ausgebildet worden.Ik ben in Tokio.
Ich bin in Tokyo.Ik heb in Tokio gewoond.
Ich habe in Tokio gewohnt.Ik denk dat dit het moment was dat ik besloot om in Tokio te gaan studeren.
Damals habe ich wohl beschlossen, in Tokyo zu studieren.Ik weet niet, Rome of Tokio.
Weiß nicht, Rom oder Tokio.Deze heren zijn van Radio Tokio.
Diese Herren hier sind vom Radio Tokyo.Ze is model geweest in Tokio.
Sie war Model in Tokio.En het startkapitaal voor het nieuwe bedrijf in Tokio.
Und das Startkapital für die neue Firma in Tokyo.Na onze nacht in Tokio.
Nach unserer Nacht in Tokio.Ik zei dat mijn opa in Tokio gelegerd was.
Habe ihm gesagt, dass mein Großvater in Tokyo stationiert war.
