Voorbeelden van het gebruik van Touchdowns in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Een touchdown voor de Jaguars.
Touchdown in de hoek!
Touchdown, vijf punten!
Touchdown voor de bewakers.
Touchdown, Brown. We hebben gescoord!
Touchdown voor de Razorbacks.
Weer een touchdown voor de Porcupines.
En weer een touchdown voor de Porcupines!
Jij hebt een touchdown gemaakt, Bob Ryan.
Bij een touchdown win ik tien mille!
Thunder wint. Touchdown.
Nog een touchdown.
Weer een Titans Touchdown.
Dit wordt een touchdown.
House, Je kan niet rennen voor de touchdown.
Ja, ik had bijna een touchdown gemaakt.
Zij hebben gewonnen. Touchdown, Rebels.
Hij maakte een touchdown.
Dat was onze eerste touchdown dit jaar.
Touchdown. Geen sport.