Voorbeelden van het gebruik van Trofee in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij wilde een trofee.
Ik ben blij dat je je trofee hebt.
Ik heb de trofee.
Een trofee moet je verdienen.
Trofee" is de meest voorkomende fiets.
Wie van jullie heeft de trofee gevonden?
Het is maar een trofee.
Dan is de trofee weer vrij.
En die eettafel is uw slagveld en trofee.
Ik zou die kop graag in m'n woonkamer hangen als trofee.
En neemt dan voorwerpen mee als trofee.
Dus elk jaar wint iemand de Rose Lacey Trofee?
Geniet toch van uw trofee, Majesteit.
Daar is de trofee.
Misschien moet ik de trofee terug geven.
Ik wil mijn trofee terug.
Zal ik in het voorbijgaan ook nog een paar ork-oren als trofee afbijten?
De winnaar krijgt de Wanamaker Trofee.
Ja. De winnaar zal zijn trofee hebben.
We hebben jullie trofee.