Voorbeelden van het gebruik van Voit in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Voit was geschikt.
Was het Voit? Nee.
Lee Duval, niet Elias Voit.
Hoe kende je kapitein Voit?
Ik heet Voit, domme zak.
Ik ontmoette Voit tien jaar geleden.
Hij wist dat Rossi Voit zocht.
Mr Voit.
Ik liet u kapitein Voit hierheen brengen.
Ik heb Voit tien jaar geleden ontmoet.
Heel erg bedankt, Mr Voit.
Is er niks over Elias Voit?
En Rossi en Voit zijn gezin?
Dit is waar Voit goed in is.
Volgens mij een nieuwe alias van Voit.
Bent u de escorte van kapitein Voit?
Een lijkschouwing op kapitein Voit kon niet uitgevoerd worden.
Wilson.- Ik heet Voit, eikel. Wilson!
Het eerste orgel stamde van Voit en Söhne Durlach.
Daar is Voit goed in, in ontsnappen.