Voorbeelden van het gebruik van Bloost in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij bloost voor hij iets zegt.
Je bloost in de gloed van een nieuwe bruid.
Het is warm hier. Je bloost.
Hij bloost voor hij iets zegt.
Je bloost inderdaad.
Je wordt rood, nietwaar professor!- Wie bloost?
Hij bloost telkens hij over jou praat. Oh.
Waar hij vriendelijk bloost met wat eyeliner?
Helemaal niet.- Je bloost.
Hij bloost telkens hij over jou praat. Oh!
Waar hij vriendelijk bloost met wat eyeliner?
En een man die bloost omdat hij zich schaamt, maakt hem niet onschuldig.
Rosalynn bloost als ze Biff ziet.
Nachtegaal bloost, dat is lief.
Waarom… bloost die man?
Venus bloost in haar tuin, beschaamd door zulke schoonheid.
Je bent heel mooi als je bloost.
Je bluft. En jij bloost.
Dat bloost of dat moet doen.
Maar ze bloost nooit.