Voorbeelden van het gebruik van Brom in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Denk aan je zoon, Brom.
Een laagfrequent geluid veroorzaakt, een soort brom.
Jij voorop, Brom.
Het is de brom van succes.
Ik heb geweend om Brom.
Hoor je die brom?
Lk heb geweend om Brom.
Goed gedaan, Brom Titus!
Vooruit, Brom.
Je moet dit proberen, Brom.
Brom is de verhalenverteller van het dorpje Carvahall.
De lage brom van de dieselmotor was amper te horen binnen in de auto.
Kan het de brom van een motor zijn?
Geen"brom","bron!
We hebben uit een betrouwbare brom nieuws vernomen aangaande meerdere senatoren.
Brom was getrouwd.
De brom was ook beroemd bij de messenmakers voor het verharden van staal.
Zoek de brom. God.
Zoek de brom. God.
Zucht, ik hou me in en brom een kort antwoord: Sinds 1997.