Voorbeelden van het gebruik van Coop in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Coop heeft een uitgooi op drie.
Leuk, maar Coop slaat er drie vanavond voor mij.
Leuk, maar Coop slaat er drie vanavond voor mij.
Luce en Coop. Wie?
Dat is Coop z'n plek.
Coop heeft gelijk.
Ik ben het, Coop. Hallo?- Anna.
Oké, Coop heeft gelijk.
Oké, Coop heeft gelijk.
De volgende pagina's verwijzen naar Coop.
De volgende pagina's verwijzen naar Coop.
De volgende pagina's verwijzen naar Coop.
De volgende pagina's verwijzen naar Coop.
Voor de inkopen kun je terecht in de enige winkel van Mezzolago de Coop.
De volgende pagina's verwijzen naar Coop.
Hoe verzorgde je Coop?
Plus het is speelbaar 2 met 4 mensen coop….
Supermarkten De twee meest bekende ketens in Zwitserland zijn Coop en Migros.
Jij heet Annabelle, hij Coop.
Aan welke kant sta je Coop?