Voorbeelden van het gebruik van Dorcas in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Je relatie met Ms Dorcas.
Dorcas, luister goed.
Dorcas. Blijf bij me.
Geef me die bloemen, Dorcas.
Dorcas kan later meedoen.
Dorcas zal ons thee maken.
Dorcas, dit zijn zaken.
Dorcas, we hebben een bezoeker.
Heeft iemand Dorcas gezien?
Ik ben geschokt, Dorcas.
Dorcas. Wat doe je?
Maar moet dat niet met Dorcas?
Dus dat wilde Ms Dorcas?
Prudence, Dorcas, help me.
Ik redde jou niet, Dorcas.
Je bedoelt je vriendinnetje Dorcas?
Dit is onze vriendin. Dorcas. Zelda.
Dorcas?- Wees niet verdrietig?
Binnen.- Ms Dorcas?
Waar is Dorcas? Het waren de Pontipees?