Voorbeelden van het gebruik van Eli in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Alleen als Eli het goed vindt.
Het is vast Eli die rondloopt met een laken over hem heen.
Eli heeft ze ontmoet.
Jij vermoordde Eli en Jay.
Dat moet Eli zijn moeder zijn.
Eli boodschap zal gehoord worden.
Ik liep net Eli tegen het lijf.
Eli heeft een grote mond,
Eli in verschillende kafeshkakh,
Eli, leg die schaar weg.
Wat Eli betreft.
Eli. Mijn vrienden noemden me Weekday.
Eli, dit is mijn oudste zoon Yuri.
Eli is neergeschoten.
Wat? Eli, mijn dochter?
Eli ziet hem als een zoon.
Eli kan anders ook een andere keer langskomen.
Ik ben Eli. De mensen hier noemen me Tiehteti.
Het is Eli, wat doen we?
Het is Eli, wat doen we?