Voorbeelden van het gebruik van Hij is agent in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij is agent, maar ook een zombie.
Hij is agent.
Hij is agent.
Hij is agent, maar inderdaad.
Hij is agent.
Hij is agent.
Hij is agent van een zuster inlichtingendienst.
Hij is agent.
Hij is agent. Ze zijn gescheiden.
Hij is agent.
Hij is agent geweest. .
M'n broer John, hij is agent en hij wil dat ik niks doe tot hij hier is, dus.
Het is zijn werk, hij is agent, net zoals 't ons werk is te moorden.
Mensen denken: hij is agent, kun je me van die boete af helpen?
Hij was agent.
Hij was agent van de Absaroka County Sheriff's afdeling.
Hij was agent.
Hij was agent in Suffolk.
Hij was agent.
Hij was agent ter zee op de George Washington.