Voorbeelden van het gebruik van Julius in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Julius, ik werk bij een juridisch loket,
Julius, alsjeblieft. Ik heb dit nodig.
Julius, alsjeblieft. Ik heb dit nodig.
Julius, we kennen elkaar goed.
Julius, alsjeblieft.
Julius, dat is genoeg.
Julius, dat hoeft niet.- Wat?
Julius, heb je echt geld aan z'n campagne gedoneerd?
Julius, ik zal dit afhandelen.
Julius, ik kom je mijn excuses maken.
Hierom gebruiken wij Julius K9 voor al onze trainingsmaterialen.
Julius wil me toch al graag trotseren. Hij zou een gewillige bondgenoot zijn.
U weet toch wel wie Julius en Ethel Rosenberg zijn?
Is het Julius' huis?
De bekendste geëxecuteerden waren wellicht Julius en Ethel Rosenberg in 1953.
Dank u Laura Julius en hun dochters voor ons het gevoel onder vrienden….
De internationale luchthaven Julius Nyerere ligt op 12 km afstand.
Wat heb je Julius gevraagd?- Helpers.
Waarom staat Julius boven jou als jij al het werk verzet?
Ik heb Julius nog even gesproken voor z'n dood.