Voorbeelden van het gebruik van Kaboom in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Kaboom. Ik zal je neerschieten.
Kaboom, gedaan met hem.
Als ik dat doe, kaboom.
Als ik dat doe, kaboom.
Kaboom. God,
Was het woord"kaboom"?
Laten we de kweekoperatie opblazen met Kaboom.
Als die golf inslaat, kaboom!
Je hebt je Banana Kaboom amper aangeraakt.
Kaboom? Wat is dat voor naam?
Dendert de tunnel in ze gaat kaboom.
Kaboom? Wat is dat voor naam?
En kaboom… het hele ding word opgebalzen.
Jij gaat dus niet meer naar Lucha Kaboom.
Kaboom reageerde goed en herstelde binnen enkele dagen.
Kimmie Kaboom Gewoon Jaw-dropping 10 maanden geleden 02:11 kimmie kaboom gewoon jaw-dropping.
Laten we de kweekoperatie opblazen met Kaboom. Beperkingen.
Kaboom. Nu, zeg dat het je spijt.
Home run. Volgende slagman, volgende worp, kaboom.
dan een woord:"Kaboom.