Voorbeelden van het gebruik van Katja in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Katja kookt, je hoeft niets te doen.
Katja is heel scherp.
Katja kan alleen zaterdag.
Angelique, Alicia en Katja giechelden plotseling.
Katja kookt, je hoeft niets te doen.
Katja is onze mol bij Cronos.
Hij is nogal geobsedeerd door Katja.
Katja, waar ga je heen?
Wanneer dit over is, Gaan jij Alexei en Katja weg.
Dat heb ik gemerkt, Katja.
Dus Katja en jij spreken nu in het Russisch?
Dat weet ik maar Alexei en Katja zijn onschuldig.
Geen enkele regering zou dit wapen moeten hebben. Katja.
Katja, kan jij autorijden?
Heb je wel nagedacht over Alexei en Katja?
Nee… maar je laat mij en Katja met rust.
Dat is wat Katja aan het eind zegt.
Mag ik u voorstellen, mijn assistente Katja.
Geen enkele regering zou dit wapen mogen hebben. Katja.
Goed gedaan, Katja.