Voorbeelden van het gebruik van Meatball in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Oké, niet Meatball.
Meatball is hier al.
Goed gedaan, Meatball.
Meatball? Ik ben dol op Meatball? .
Hij wou Meatball platrijden.
Hij overreed Meatball bijna.
Nou, ik ben Meatball.
Meatball. Mijn favoriete cliënt.
Sir Meatball erkent de nederlaag.
Mag ik Meatball voeren?
Wat is er, Meatball?
Meatball, je moet nu gaan!
Kleine Meatball. Dan strak vastbinden.
Meatball, ik kijk jou aan.
Dan strak vastbinden… Kleine Meatball.
Meatball is een slechte huisgenoot!
Ik wil Meatball voeren.-Ja!
Meatball, kleed je maar aan.
Meatball, kijk uit waar je loopt!
Drie vragen: één, Meatball?