Voorbeelden van het gebruik van Rawdon in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Inclusief Rawdon?
Je liefhebbende Rawdon.
Waar is Rawdon?
Rawdon is geweest.
Inclusief Rawdon? Goedenavond.
Wie is Eric Rawdon?
Maar het is Rawdon.
Dag, oom Rawdon.
Rawdon kan zich daar verschuilen.
Rawdon is ook half.
Wat, Rawdon? De jongen?
Goedenavond. Inclusief Rawdon?
Rawdon is zijn adjudant.
Dat is Rawdon niet!
Rawdon. Diner is opgediend.
Rawdon, breng haar terug!
Rawdon, leg het uit.
Rawdon! Mijn… Rawdon? .
En Mrs Rawdon? En?
Concentreer je op Rawdon vinden.