Voorbeelden van het gebruik van Robyn in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
wilde ze Robyn iets aandoen.
Wacht, Robyn.
Robyn, wacht.
Ze heet Robyn.
We hebben Robyn.
Robyn wil scheiden.
Robyn droeg het.
Robyn, voorzichtig.
Mijn vrouw Robyn.
Cadeautje van Robyn.
Hij heeft Robyn.
Robyn droeg het.
Robyn krijgt gezondheidszorg.
Neem Robyn mee.
Robyn keek ernaar.
Robyn weet het.
Robyn, we praten.
Waar is Robyn?
Is het Robyn?
Robyn, hou op.