Voorbeelden van het gebruik van Davidson in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
David Davidson?
Hij is Davidson.
Davidson aan Megan.
Davidson vertelde Lauren.
Het is Skye Davidson.
Mijn man Davidson.
Hoogachtend, Robyn Davidson.
Vermist: rechercheur Ian Davidson.
Ik zoek Mr. Dave Davidson.
Davidson leidde de hele operatie.
Bedoelt u Mr. Davidson?
Davidson, bel een ambulance!
Lever en bloed van Daniel Davidson.
Hij kent de heer Davidson goed.
Is dat een Harley Davidson?
Rechercheurs Trudeau, Rodriguez en Davidson.
Wij onderzoeken de moord op Daniel Davidson.
Het slachtoffer is geïdentificeerd als Daniel Davidson.
Het verschil tussen John Lennon en John Davidson.
Gemaakt door David Davidson.