Voorbeelden van het gebruik van Farrow in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Kende ze Farrow?
Excuses voor het misverstand, Mr Farrow.
Vanessa, Vanessa Farrow.
Farrow was ontroerend.
Farrow probeerde hem te grijpen.
Wacht even, Farrow.
Ik heb met Teddy Farrow gesproken vanochtend.
Ben jij major Farrow?
Wie is deze kolonel Farrow?
Interpol vond niks over Farrow.
Mia Farrow.
Verdomme, waar is Farrow?
Miss Farrow.
Wat heb je over Farrow?
Mr Farrow.
Mac is een advocaat, Farrow niet.
Luitenant-kolonel Farrow en majoor MacKenzie waren er.
Lord Farrow droeg nooit een zak!
Farrow en Devlin vochten op zijn drempel.
Ik kan niet geloven dat Farrow dat deed.