Voorbeelden van het gebruik van Fresno in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Fresno in de avonduren.
Niemand gaat meer naar Fresno.
Julie zit in Fresno.
Een katholieke priester uit Fresno.
Groot order probleem in Fresno.
Ik kom uit Fresno, slimpie.
Je hebt een kaartje naar Fresno.
Drie jaar in Fresno voor gewapende overval.
We waren al bij Fresno.
Door wat er is gebeurd in Fresno.
Dan hebben we altijd Fresno nog.
Fresno, ben je in het hotel?
Jij, Mike en ik in Fresno.
Ga terug naar Fresno, loser!
Hij heeft de snelste hotrod in Fresno.
Daarna gingen we naar Bakersfield en Fresno.
Bel de politie van Fresno en zeg.
Eén dag te lang voor Fresno.
Bel de politie van Fresno in Californië.
Ze zijn nog nooit in Fresno geweest.