Voorbeelden van het gebruik van Goodwin in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Goodwin, onderzoeksambtenaar.
Mr. Goodwin?
Jij en Goodwin.
Goodwin had gelijk.
Eigendom Goodwin Technology.
Goodwin, doe open.
Zijn naam was Goodwin.
Waar is Goodwin?
Ms Goodwin is er.
Jij bent Otto Goodwin.
Breng me naar Mary Goodwin.
Ken je dokter Goodwin?
Toch heeft Goodwin gelijk.
Goed werk, agent Goodwin.
Chloe Goodwin, welkom thuis!
Tom Goodwin, de honkbalspeler?
Een bestand over Suzanne Goodwin.
Acht minuten maar, Goodwin.
Laat de Goodwin Games beginnen!
Jimmy Goodwin, handen boven je hoofd.