Voorbeelden van het gebruik van Jimbo in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Welterusten, Jimbo.
Goedemorgen, Jimbo.
Wakker worden, Jimbo.
Jimbo, verstoring.
Natuurlijk, Jimbo.
Jimbo telt niet.
Goed gedaan, Jimbo.
Je worstelt, Jimbo.
Jimbo naast Dolph.
De mazzel, Jimbo.
Goed geantwoord, Jimbo.
Wakker worden, Jimbo.
Jimbo, licht uit.
Dit is m'n vriend Jimbo.
En jij, Jimbo?
Jimbo hoorde het me zeggen.
Waarom liegt Stanly, Jimbo?
Waar zijn Oom Jimbo en Ned?
Jimbo, mag ik je iets vragen?
Je hebt magische handen, Jimbo.