Voorbeelden van het gebruik van Nathaniel in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Papa en Nathaniel.
Nathaniel, we gaan.
Afkorting van Nathaniel?
Waarom, Nathaniel?
Nathaniel, nog eens.
Ik ben verliefd, Nathaniel.
Ze zijn van Nathaniel Wolff.
Laat het, Nathaniel.
Nathaniel, in hemels.
Nathaniel Hawthorne schreef eens.
Nathaniel en ik moesten meteen trouwen.
Ze word geëscorteerd door Nathaniel Archibald.
Wat is er, Nathaniel?
Nathaniel wil dit niet.
Laat de kinderen met rust, Nathaniel.
Nathaniel, ik ben geschokt!
Nathaniel is er ook?
Yo, Nathaniel, wat verdorie?
Nathaniel, heeft dit met me gedaan.
Stuur de meisjes naar boven, Nathaniel.