Voorbeelden van het gebruik van Rizzo in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Eet het, Rizzo.
Jij ook, Rizzo.
Rizzo, maak plaats.
Rizzo is Vince z'n moeder.
Ben jij Lena Rizzo?
Rizzo leeft nog.
Rizzo en Kenickie hebben het goedgemaakt.
Je bent erbij, Rizzo.
Ik zou graag Rizzo spelen.
Tony, dit is Mevrouw Rizzo.
Het spijt me, Rizzo.
Goedenacht, Mrs. Rizzo.
De meeting tussen Rizzo en Sal Manzinni?
En ik Rizzo de Rat.
miss Rizzo.
Kijk uit, Rizzo.
Rizzo observeerde iets in 'n reageerbuis.
Miss Rizzo is bij hen.
Denk jij dat hij Rizzo vermoordde?
Waarom zou Rizzo Savino willen folteren?