Voorbeelden van het gebruik van Saskia in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Saskia is in haar laatste jaar.
Daar wil Saskia niet over praten.
Saskia was best wel een hete.
SCHEPENS Saskia, met werkzetel te Brussel-Zuid;
Bij Saskia is dat niet de reden.
Saskia Richartz, directeur EU-oceaanbeleid van Greenpeace.
Tweedejaars, dit is Saskia Duncan.
Saskia heeft de fiets gerepareerd.
Moeten we Saskia of Miss Duncan zeggen?
Zijn dochter Saskia was de vrouw van Rembrandt van Rijn.
Niet om je zus of om Saskia.
Hoe gaat het met je herstel, Saskia?
Toen ze Saskia was, vond ze mij altijd.
Saskia is niet wie je denkt dat ze is.
Ik denk niet dat Saskia me eerlijk beoordeelt.
Haar dochter Saskia Fischer is eveneens een Duits actrice.
Saskia, kan ik koffie voor je halen?
Wanneer zei Tara dat het Saskia haar schuld was?
Je hebt niet alleen Saskia aangevallen, maar de hele school.
Ik ben gewoon een wannabe en jij bent Saskia Duncan.