Voorbeelden van het gebruik van Tonya in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dat van Tonya.
Rijden, Tonya.
Het is Tonya.
Tonya haat het.
Hoi, Tonya.
Vergeet Tonya Randall.
Tonya Sanchez meldt zich.
Zeg Yuri goedenacht, Tonya.
Tonya Majeski? Kinderbescherming?
Ik denk van Tonya.
Hij is verliefd op Tonya.
Mijn serveerster, Tonya zij.
Het was erg lekker, Tonya.
Tonya, moet je horen?
Aan jou de eer, Tonya.
Yuri, Tonya komt morgen thuis.
Wees eerlijk tegenover jezelf, Tonya.
Wil je Tonya roepen, alsjeblieft?
En hij ging hetzelfde doen bij Tonya.
Tonya, ik moet je iets vertellen.