Voorbeelden van het gebruik van Farnum in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Geen vrouwenruil tussen de Keyes en de Farnum's.
Farnum, heren.
Tenzij, Mr Farnum.
Farnum eist toegang.
Laken, voor Farnum.'.
Kan Farnum niet spreken?
Farnum, dacht je?
Een zonderling genaamd Farnum.
Haskell en Farnum zijn hier.
Farnum is hierheen komen sluipen.
Ik weet 't niet, Farnum.
Nog in gezelschap van Farnum?
Mr Farnum.
Farnum, heb je even?
Mr Farnum.
Heb je vandaag genoten, Farnum?
Wat wilt u, Mr Farnum?
Of moet ik zeggen, burgemeester Farnum.
Voel je voor burgemeester Farnum?
Farnum ging toen naar z'n hotel terug.