Voorbeelden van het gebruik van Fitzwilliam in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wie is daar, Fitzwilliam?
Je familie, je vrienden, Fitzwilliam.
Zij moet uit liefde trouwen, Fitzwilliam.
Hij woont in Fitzwilliam, hè?
Een bouwvakker, een jongen uit Fitzwilliam.
Dat zal niet helpen, Fitzwilliam, liefste.
Fitzwilliam. Is dat een Ierse naam?
Mr Fitzwilliam?
Reggie Fitzwilliam.
Heeft het te maken met Kolonel Fitzwilliam?
Kolonel Fitzwilliam keert vanmiddag terug naar zijn regiment.
Reggie Fitzwilliam, ken je mij nog?
Uw voornaam is Fitzwilliam, niet?
Abby Fitzwilliam is een beetje een opstandige feestbeest.
Het Fitzwilliam Townhouse is goed bereikbaar met het openbaar vervoer.
Mr Fitzwilliam?
Ik heb in Fitzwilliam gewoond. In jouw buurt.
Fitzwilliam Crocker liet het maken, in 1786.
Het huis is van een federale rechter genaamd Pauline Fitzwilliam.
In het Fitzwilliam Virginal Book is het niet opgenomen.