Voorbeelden van het gebruik van Kath in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je kent hem van Kath's barbecue.
Ze heette Kath.
Kath wil me terug.
Dat heeft Kath gestuurd.
Kath, het spijt me.
Kath… kijk naar dit.
Goed. Mijn liefste Kath.
Kath wil je terug?
Het hele dorp, kath.
Het is Kath. Je vrouw.
Dat is geen antwoord, Kath.
Kath heeft 't nergens anders over.
Kath Berry heeft dit naar je opgestuurd.
Het is een meisje, Kath!
Kath, ik moet even naar huis.
Kath, wat doe je hier?
Kath? Ben jij dat?
Je verdient veel beter, Kath.
Ik heb je zo gemist, Kath.
Even kijken of Kath in orde is.