Voorbeelden van het gebruik van Lessing in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Haar naam is Rachel Lessing.
Meneer Lessing, bent u daar?
Die Lessing was iets van plan.
Mr Lessing zal de sensoren mee afstellen.
En Lessing had een hoop chemicaliën.
U onderzoekt de moord op Karl Lessing.
Onderkorporaal Lessing meldt zich, sir!
Dr Lessing, waar gaat u naartoe?
Mr Lessing is aantrekkelijk, en ongetrouwd.
Die man met wie Lessing werkte, dr. Murcheson.
Lessing zou pas maandag komen, oké?
Doris Lessing overleed in 2013 op 94-jarige leeftijd.
We weten dat Mr Lessing veel geld verwachtte.
Ik zei toch je door Doris Lessing je woordenschat vergroot.
Dr Lessing is arts,
Doris Lessing:"In het bijzonder katten".
Meneer Lessing weet niet zeker
Maar m'n personeelschef weet vast meer over Mr Lessing.
In 1949 vertrok Lessing met haar zoontje naar London.
Wilt u even naar buiten gaan Lessing, alsjeblieft?