Voorbeelden van het gebruik van Stacie in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Stacie heeft gebeld.
Stacie is m'n huisgenoot.
Kom op, Stacie.
Dat weten we, Stacie.
Geregisseerd door: Stacie Passon.
Abby is dood Stacie is geïnfecteerd.
Stacie, ik probeer niets.
Doei, Stacie en Mandy.
Stacie is werkelijk aanwezig
Ik maak me zorgen om Stacie.
Stacie Hall gaat de dag betreuren.
Ik verlang toch naar je, Stacie.
Ze gaan verder met Stacie Hall.
Dat slaat nergens op, Stacie.
Geef het een kans, Stacie.
Laat mijn hand los, Stacie.
Stacie Andree is een vrouw. Klopt dat?
Stacie heeft van nature bruin haar.
Jij bent Stacie, toch?
Stacie en Danny, haal hem binnen.