Voorbeelden van het gebruik van Tracy in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wilde Tracy even spreken.
Tracy, we willen zeker zijn dat je hamstring genezen is.
Tracy, alles zal goed komen.
Ga Tracy halen en breng 'm naar de auto.
Het deed Tracy en Julian ontzettend veel pijn om haar zo te zien.
Tracy zou betrokken moet worden in deze discussie.
Tracy komt naar de reünie dit weekend.
Ik heb thuis al Tracy voor 20 dagen en de ervaring was ongeëvenaard.
Weet je wat, Tracy.- Wat?
Terug naar Tracy.
Niet zo knap als Tracy.
Ik ga het goedmaken met je, Tracy.
Blijf bij me, Tracy.
Kwaad en zat. Maar ze mag Tracy.
Meer plekken om te verblijven in Tracy.
Het botert niet zo, maar we moeten Tracy samen terughalen.
Wij klagen Tracy.
Stijlvol- Tracy.
Heb je het gehoord over die Tracy Loach zaak?
Caitlin zit Tracy achterna.