Voorbeelden van het gebruik van Bub in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Bub, se que.
¿Quién es Bub?
Wie is Bub?¿Dónde está Bub?
Waar is Bub?Bub no está muerto.
Bub is misschien niet dood.¿Qué hay de Bub?
Wat met Bub?Díselo a Bub y Heather.
Zeg dat tegen Bub en Heather.Gracioso como el tío Bub.
Grappig als oom Bub.Eso es un B-29, Bub.
Dat is een B-29, Bub.Usted parece bastante relajado, bub.
Jij lijkt behoorlijk ontspannen, Bub.¿Qué pasa con Bub?
Wat met Bub?Mi nombre es Bu… Bub.
Ik heet Bub.¿Quieres aprender a disparar, Bub?
Wil je leren schieten, Bub?¿Qué hay de nuevo, Bub?
Wat is er, Bub?Bub, Zelly y el bebé Goliat.
Bub, Zelly en baby Goliath.¿Vas a dispararme esta vez, Bub?
Ga je me deze keer neerschieten, Bub?Ve atraerlo, Bub.¡Buen chico!
Apport, Bub. Braaf!¿Qué?¿Ya se ha muerto Bub?
Wat, is Bub eindelijk dood?Estos son mi tía Mel y mi tío Bub.
Dit zijn mijn tante Mel en oom Bub.Parece que iremos por el camino más largo, Bub.
Lijkt erop dat we de lange weg nemen, Bub.No se aleje tanto del campo,¿Me oye usted, Bub?
Ben je niet wat ver van het kamp afgedwaald, Bub?
